Met deze 6 tips kies je de juiste fotografie voor je merk

Als fotograaf zie ik bedrijven regelmatig nonchalant met fotografie omgaan. Bijvoorbeeld door cliché stockfoto’s of onscherpe beelden te gebruiken. Een gemiste kans, als je het mij vraagt. Hoe kies je fotografie die écht verschil maakt? Waardoor je boodschap nog beter beklijft? 6 tips op een rij.

Mijn liefde voor fotografie heb ik niet van een vreemde: mijn opa was één met zijn camera. “De kick van de click”, noemde hij het. Een ‘klik’ die je verhaal kracht kan bijzetten. Uit onderzoek blijkt: als je een tekst zonder foto leest, herinner je je drie dagen later slechts 10% van de boodschap. Ondersteunt een foto de tekst? Dan onthoud je maar liefst 65% van de boodschap. Dit noem je het Picture Superiority Effect.

Dat is niet alles. De Universiteit van Texas deed onderzoek onder 1,8 miljoen websitegebruikers. Zij bezochten websites via verschillende apparaten, zoals telefoons, tablets of desktop-pc’s. Wat bleek? De gebruikers klikten 63% vaker op een link mét afbeelding. Dus wil je dat je boodschap beklijft? En ben je benieuwd  waar je op moet letten bij je beeldkeuze? Ik geef je 6 tips!

Tip 1: Verwerk je huisstijl in je foto’s

Fotografie is een belangrijk onderdeel van je huisstijl. Daarom is het verstandig hier consistent mee om te gaan. Consistentie in beeld zorgt voor herkenbaarheid. Kijk daarom voordat je aan de slag gaat met fotografie eerst naar je eigen huisstijlkleuren.

Het werkt goed als je één of meerdere huisstijlkleuren subtiel terug laat komen in de foto. Bijvoorbeeld in de kleurentint van de foto, in de achtergrond of in kledingdetails. Zo wilde onze klant Delta Lloyd altijd iets blauws in het beeld laten terugkomen.

Op de onderstaande foto vallen de blauwe details meteen op. Deze details maakten we in de foto nóg blauwer, zodat de kleur eruit sprong. Dat zorgde voor eenheid in de foto’s op de website, social media kanalen en in advertenties.

Tip 2: Ga bewust met licht om

Ten tweede: kies voor het juiste licht als je foto’s laat maken. Werk je met natuurlijk daglicht of met kunstlicht? Gebruik je harde of zachte contrasten? Deze keuzes bepalen het gevoel dat je met je foto overbrengt. Elk type licht geeft een andere boodschap.

Wil je bij je klant bijvoorbeeld een gevoel van ontspanning creëren? Gebruik dan natuurlijk daglicht, warme tinten en een minimalistische setting. Wil je liever een vrolijk gevoel uitstralen? Kies dan voor foto’s met een scherpe focus, heldere kleuren en hoge contrasten. Door een hoog contrast knalt het beeld er nóg meer uit.

Tip 3: Geef je foto’s een gezicht

Wat je ook wilt vertellen, een menselijk gezicht brengt de boodschap vaak beter over. We willen ons graag identificeren met andere mensen. En onthouden een merk beter als we er een individu aan kunnen koppelen. Vooral als we mensen zien met minder aantrekkelijke gezichtstrekken, blijkt uit onderzoek van een Duitse universiteit.

Herinner je de iconische Harry Piekema van de Albert Heijn nog? Wát een man! Heel Nederland sloot de kwetsbare supermarktmanager in het hart. In 2003 liep de Albert Heijn flinke imagoschade op door de boekhoudfraude. Piekema, a.k.a. Meneer van Dalen, gaf Albert Heijn zijn vriendelijke imago terug.

Verder blijkt uit onderzoek van de Association for Computing Machinery dat foto’s met menselijke gezichten op social media kunnen rekenen op 38% meer likes en 32% meer comments dan foto’s zonder. Gezichten spreken ons dus aan.

Tip 4: Kies een passend perspectief

Met perspectief bedoel ik het standpunt van de fotograaf. Fotografen kunnen bijvoorbeeld vanuit ooghoogte, laag of hoog perspectief fotograferen.

Bedenk daarom wat je wil uitstralen. Wil je herkenbare, alledaagse situaties vastleggen? Zoals wij doen voor onze klant Nationale-Nederlanden? Kies dan voor actieve foto’s waarop mensen niet in de lens kijken. Bij Beklijf fotograferen we mensen vaak op ooghoogte. Dit geeft je kijker het gevoel dat hij of zij onderdeel is van de foto.

Tip 5: Pas op met stockfotografie

Voor veel ondernemers zijn stockfoto’s een uitkomst. Begrijpelijk, want er zijn veel goede websites met stockfotografie. En je hoeft geen fotograaf op pad te sturen. Het aanbod van stockfoto’s is dan ook niet het probleem, maar het kiezen van de juiste foto wel.

Ik vind veel stockfoto’s onnatuurlijk. Modellen hebben vaak een overdreven Amerikaanse ’tandpasta smile’. Het is té gepolijst. Dat vind ik een enorme afknapper, omdat dit niet authentiek is. Ik wil echte klanten zien!

En ik ben niet de enige: uit onderzoek van marktonderzoeker Novio Research blijkt dat één op de drie Nederlanders weinig vertrouwen heeft in een merk dat stockfoto’s gebruikt. Zo’n 70% kan zich niet identificeren met deze fotografie. En als organisatie werk je juist hard om je in woord en beeld te onderscheiden van de massa. Waarom zou je dan voor een dertien-in-een-dozijn-foto kiezen?

Hoe je het anders kunt doen? Gebruik foto’s van echte klanten, waarin jouw (potentiële) klant zich herkent. En huur een professional in met verstand van beeldtaal en visuele communicatie. Heb je echt geen budget? Zoek dan verder dan de eerste vijf pagina’s van een stockwebsite. Of kijk eens op een Nederlandse stockwebsite, zoals de Nationale Beeldbank.

Tip 6: Less is more

Ten slotte: houd het simpel. Fotografie is de kunst van het weglaten. Vermijd foto’s met rommelige achtergronden of donker licht. Binnen één oogopslag moet duidelijk zijn wat het onderwerp van de foto is.

Maak het onderwerp bijvoorbeeld haarscherp, terwijl de voor- of achtergrond zacht of onscherp wordt. Op onderstaande foto springt het onderwerp er door de zachte voorgrond meteen uit. En geeft de scherptediepte meer dynamiek aan de foto.

Kortom: als contentmarketeer kun je niet meer om het gebruik van beeld heen. Authentiek beeld zorgt ervoor dat je doelgroep je serieus neemt én zich aangesproken voelt. Beschik je niet over deze expertise en kun je wel wat ondersteuning gebruiken? We helpen je graag bij de creatie van goede beelden. Op zoek naar iets anders? We schrijven bij Beklijf ook strakke teksten, ontwerpen creatieve visuals en maken verrassende video’s.

P.S.: Ik mis je, Harry!