Beklijf blikt terug: onze beste content van 2022
2022 was (weer) een gek jaar. Het was het jaar waarin we corona hopelijk achter ons konden laten. Maar ook het jaar van intens klimaatdebat,...
Bij Beklijf houden we van verhalen. En als we ze zelf niet maken, dan lezen we wel de verhalen van anderen. Een goed boek, bijvoorbeeld. Want wie zijn nou betere storytellers dan fictieschrijvers? Drie Beklijvers vertellen over de fictieboeken die hen inspireren bij het maken van content.
Dit boek heeft mij zó geïnspireerd dat ik er een tattoo van heb laten zetten. Op mijn voet. Ik maak geen grapje. Vanaf het moment dat ik de eerste bladzijde van On the Road las, was ik verkocht.
“Ik liet een tattoo zetten dankzij dit boek”
Dean en Sal liften door de Verenigde Staten en Mexico, op zoek naar vrijheid. Verslaafd aan drugs, drank en muziek, maar vooral aan avontuur en aan het leven. Zonder ergens aan gebonden te zijn, zetten ze zich af tegen de gevestigde normen die eind jaren ’40 golden.
Dat wilde ik ook, als vijftienjarig meisje. Zes jaar later, op mijn 21e, liftte ik inderdaad van San Francisco naar Canada. Samen met een vriendin. Of ik dat gedaan had als ik On the Road niet had gelezen? Ik vraag het me af. Het boek heeft me aangezet tot actie. En dat is wat je wilt met je content, toch? Activeren en inspireren. Nou, dat is Kerouac goed gelukt.
Het schijnt dat hij het boek in drie weken uitgetikt heeft, op een dieet van koffie en benzedrine. Dat merk je. De zinnen zijn soms wel een pagina lang. Eén stroom van gedachten en observaties. Daar moet je wel van houden.
Grappig genoeg zou ik deze stijl in mijn eigen content nooit gebruiken. Een goede mix van korte en lange zinnen leest veel lekkerder. Maar bij On the Road past het. Het boek leest als een jazzplaat. En bij de romantische en melancholische quotes droom ik nog steeds weg. ‘There was nowhere to go but everywhere, so just keep rolling under the stars.’
Ja, lach maar. Maar wie kent dit boek niet? Juist. En dat is wat goede content doet hè. Die blijft hangen. En dan heb ik het nog niet eens over het begrip ‘jip-en-janneketaal’, dat inmiddels is uitgegroeid tot symbool voor begrijpelijke taal voor volwassenen.
Mijn liefde voor taal is aangewakkerd met dit boek. Niet zo gek, blijkt ook uit deze publicatie van het Genootschap Onze Taal over jip-en-janneketaal. Er staan een paar verrassende conclusies in over de verhalen van Jip en Janneke.
Zo omschrijft Annie M.G. Schmidt de avonturen van het duo uitsluitend in korte zinnen. Maar wél in zinnen met samenhang, door het toevoegen van verbindingswoorden als ‘en’, ‘toen’ of ‘maar’. Die verbindingswoorden zorgen ervoor dat mensen een tekst beter begrijpen.
“Begrijpelijke taal kan ook creatief zijn”
Saai zijn de korte zinnen allerminst. Annie experimenteert met verschillende stijlvormen, zoals vraag-antwoord of een elliptische zin (zonder onderwerp of persoonsvorm).
De verhalen worden ook persoonlijker dankzij de actieve vertelvorm. En door de meesterlijke, nauwkeurige beschrijvingen van wat Jip en Janneke denken, zeggen en voelen.
Daarmee inspireren de verhalen van Annie M.G. Schmidt mij nog elke dag. Schrijf wat je bedoelt. Met woorden die je kunt zien. Korte zinnen, die elkaar logisch opvolgen. In de tegenwoordige tijd. Zo nauwkeurig mogelijk. Hapklare brokken tekst, die samen een serie vormen waarvan je niet snel genoeg krijgt.
En nee, begrijpelijk schrijven hoeft dus niet ten koste te gaan van een creatieve schrijfstijl. Daarvan is Annie het bewijs.
“Dit stukje doet me denken aan De Renner”, schreef mijn docent in de kantlijn van een artikel dat ik voor mijn studie schreef. Het is nog steeds één van de grootste complimenten die ik ooit heb gekregen. De Renner is namelijk een meesterlijk boek.
Tim Krabbé beschrijft in zijn boek een wielrenwedstrijd in het zuiden van Frankrijk. Het verhaal komt uit 1978, en dat merk je. Krabbé schrijft over de tijd van leren schoenriempjes, klimmen zonder helm, wollen truien, en pruimen in je achterzak. Een lang vervlogen tijd, die door de woordkunsten van Krabbé toch dichtbij komt.
“Spreek het gevoel van je lezer aan”
De Renner gaat namelijk niet over schoenriempjes en truien, maar over het gevoel van wielrennen. Krabbé was zelf een wielrenner. Hij heeft de bergen getrotseerd en z’n longen voelen branden. Hij heeft gewonnen en verloren. Krabbé schrijft uit eigen ervaring, hij is de renner. Die gevoelens en emoties die hij op de fiets ervaart, raken mij. Een wollen trui niet.
Door zijn eigen kennis en ervaring aan te spreken, weet Krabbé het gevoel van wielrennen perfect onder woorden te brengen. Hij neemt je mee naar Zuid-Frankrijk en laat je voelen wat hij voelde. Dat is wat mij als contentmaker inspireert. Ik wil mensen ook kunnen meevoeren met mijn verhalen.
De Renner laat zien dat een stevig fundament van kennis en ervaring de basis is voor steengoede content die boeit en beklijft. Ik wil ook content maken vanuit mijn eigen passie, over onderwerpen waar ik veel van weet. En daarmee mijn publiek raken en inspireren. Wat dat betreft kan ik nog veel leren van Tim Krabbé.
Wil je ook content die bindt, boeit en beklijft als een goed boek? Neem dan contact met ons op!