Zorgverleners over hun energiegevers en -vreters

Al tijdens haar studie Psychologie richt Bianca Vugts zich op mensen met een verstandelijke beperking. Ze schreef verschillende boeken over het werken met deze doelgroep. In het boek ‘Werken met jezelf’ schreef ze juist over de andere kant van de (zorg)medaille: de zorgprofessional als belangrijkste instrument. Wij stelden Bianca vijf vragen over haar visie hierop.
“Mijn eerste twee boeken gingen voornamelijk over ons denken over de cliënt. Die focus op de cliënt is heel belangrijk en zelfs onmisbaar, maar je mist wel de helft van het verhaal. De bezieling tussen jou en je cliënt is de toegevoegde waarde in het zorgproces. Als zorgverlener krijg je te maken met projectie: het feit dat jouw emoties de cliënt beïnvloeden. Als jij gestresst bent, dan slaat dat terug op je cliënt. Een klassiek voorbeeld uit de praktijk is dat je als zorgverlener een cliënt ondersteunt bij ontspanningsoefeningen om de stress en spanning die hij of zij ervaart te verminderen. Maar als je als zorgverlener zelf gestrest bent door de sfeer in de groep en er eigenlijk geen tijd is, dan ga je je cliënt natuurlijk nooit helpen ontspannen. Alertheid en emoties zijn heel besmettelijk. Dat zie je bij verstandelijk beperkten en jonge kinderen heel duidelijk, maar eigenlijk geldt dat voor iedereen. Met het boek wilde ik handvatten bieden aan de zorgprofessional om de focus te verleggen naar de zorgprofessional als belangrijkste instrument. Dat is binnen de zorg echt nog een braakliggend terrein.”
“Het meest kenmerkend is dat in de zorg vooral doeners werken: we willen zorgen voor onze cliënten. Daar hoort bij dat we de mouwen opstropen en gewoon gaan. Het DOEN, zoals ik in mijn boek beschrijf, gaat over wat professionals doen, het handelen, protocollen en plannen uitvoeren. We zijn daarbij heel erg op de ander, ofwel de cliënt, georiënteerd. Er is minder aandacht voor het ZIJN. Dat gaat veel meer over hoe je dingen doet, het voelen, het betrekkingsniveau, de beleving en de hoedanigheid van waaruit je plannen uitvoert.
Daarvoor moet je heel erg naar jezelf kijken als zorgverlener. In de spiegel kijken kan confronterend zijn. Uiteindelijk levert het ook heel veel op, maar dat kost tijd.”
“Zorgverleners hebben natuurlijk soms ook negatieve emoties. Die mogen er ook gewoon zijn en het gaat er dus niet om dat je die wegdrukt. Wel belangrijk is dat je bewust bent van je gevoelens en dat je je daar comfortabel bij voelt. Dan zit je namelijk in je veilige modus. Je ervaart dan geen stress en dus ook geen projectie op de cliënt. Daarnaast kun je veel beter aanwezig zijn bij de cliënt en hem of haar helpen. Een methode die ik onder andere toepas om in die veilige modus te komen is hartcoherentie. De hartcoherentie is een belangrijke indicator voor het emotioneel welzijn en veerkracht. Met training en eenvoudige oefeningen kun je de hartcoherentie beïnvloeden. Daarnaast kun je bewust aan positieve ervaringen terugdenken die een positief gevoel oproepen. Het verschil met ontspanningsoefeningen of meditatie is dat je je niet hoeft af te sluiten, maar het overal kunt toepassen. In de zorg kun je dit dus goed toepassen op de momenten dat je niet in je veilige modus zit. Tot slot is het goed je te realiseren dat voor de interactie ook bepalend is hoe je naar jezelf en anderen kijkt. Naast emoties, is namelijk ook je eigen mensbeeld en het beeld van de ander wat de interactie kleurt.”
“Kwaliteit van zorg heeft alles te maken met de kwaliteit van het contact tussen de zorgverlener en de cliënt. Maar het draagt ook bij aan de genezing. In de medische wereld is het placebo-effect veel onderzocht. Het blijkt dat de relatie tussen cliënt en arts het placebo-effect veel sterker maakt. Met andere woorden, wanneer je een goede band hebt met je arts, en hem of haar vertrouwt, dan werken de medicijnen ook beter. Maar het werkt ook de andere kant op. Als je geen prettige relatie hebt met je behandelaar, dan krijg je het nocebo-effect. Het medicijn werkt dan niet optimaal. Goed contact tussen behandelaar en cliënt is dus een belangrijke pijler voor de effectiviteit van de behandeling. Daarnaast is het belangrijk om een veilig klimaat met elkaar neer te zetten. Wanneer een cliënt in zijn onveilige modus zit en dus stress ervaart, belemmert dat ook de genezing. Onder stress gaat je immuunsysteem naar beneden, wordt je voedselverwerking geremd en gaat alle energie naar je spieren. Je celwanden sluiten zich ook af en dat heeft negatieve gevolgen voor de genezing. Voor de beste werking van medicatie ben je dus ook afhankelijk van de omstandigheden.”
“Als zorgverlener ben je vooral veel aan het doen. Het komt regelmatig voor dat je daarin vastloopt. Op zo’n moment is het belangrijk om je te realiseren dat er twee kanten zijn. Kijk op zo’n moment naar jezelf. Hoe zit ik er eigenlijk bij? Wat voel ik nu en wat heeft dat voor impact op de cliënt tegenover mij? Met non-verbale communicatie breng je onbewust veel over. Daar heb je niet veel invloed op. Maar hoe je je voelt, daar kun je wel bij stilstaan en invloed op uitoefenen.”
Kijk op de website van Bianca Vugts of lees haar boek ‘Werken met jezelf’.