Namens TalentCare interviewen we zorgverleners over hun initiatieven om de zorg te verbeteren. Deze keer: Jan Pieter Baarsma.
De verschillen tussen het werk van artsen in verpleeghuizen en ziekenhuizen zijn groot. Dat ontdekte Jan Pieter Baarsma (29) toen hij als basisarts in een verpleeghuis aan de slag ging. Hij ontwikkelt nu een nieuw inwerkprogramma om andere beginnende (basis)artsen in verpleeghuizen een vliegende start te geven.
Jan Pieter start in november 2019 als basisarts Ouderengeneeskunde in een verpleeghuis. “Ik vond het werk meteen heel leuk. Maar ik miste een goed inwerkprogramma en structuur in mijn dag. Vooral omdat ik bijna alleen maar ervaring in een ziekenhuis had opgedaan.”
Verpleeghuis versus ziekenhuis: grote verschillen
Het verschil tussen het werk in een ziekenhuis en een verpleeghuis is groot, vindt hij. “In het ziekenhuis werkte ik in een vast team met meerdere artsen. Nu werk ik op verschillende locaties, waar ik vaak de enige arts ben. En waar ik eerder zo’n twintig patiënten behandelde, zijn dat er nu wel honderd.”
Ook krijgt de basisarts te maken met andere problematiek. “Naast ziektes behandel ik nu ook gedrag, zoals dementie. De mensen hier zitten in hun laatste levensfase. Die wil ik zo prettig mogelijk voor ze maken. Daardoor voer ik heel andere gesprekken met ze. Bijvoorbeeld over de vraag of ze wel of niet meer behandeld willen worden. Of wat kwaliteit van leven voor ze betekent.”
De kunst, bij een collega afkijken
De compleet andere werksetting vraagt volgens Jan Pieter om goede begeleiding in het begin. “De ervaren artsen kennen de verpleeghuizen op hun duimpje. Zij hebben al jaren hun eigen werkroutines. Voor mij was alles nieuw. Een standaard dagstructuur was er niet. Dat vond ik lastig.”
In de tussentijd leert hij via TalentCare een collega-basisarts kennen. “Ook zij vond de switch van het ziekenhuis naar een verpleeghuis moeilijk”, weet Jan Pieter. De twee spreken af dat Jan Pieter een ochtend met haar meeloopt om te kijken hoe zij haar werk aanpakt. Dat blijkt een schot in de roos.
“Het is fijn om te sparren met een collega die ook in de beginfase zit. Ik kwam thuis met allemaal praktische tips”, vertelt Jan Pieter enthousiast. “Bijvoorbeeld over hoe ik mijn dag kan indelen. Hoe ik aan informatie kom als er geen digitaal dossier is. Of hoe ik mezelf via een digitale agenda herinneringen voor afspraken stuur.”
Ook merkt Jan Pieter dat het fijn is met iemand te sparren die net als hij in de beginfase zit. “Ik bel mijn buddy regelmatig, ook met niet-medische vragen. Of gewoon om even mijn mening te ventileren.”